Selecteer een pagina

‘Jullie smeren toch alles in met schoensmeer en haarlak?’, is vaak de reactie die ik krijg als ik vertel waar ik me mee bezig houd. Food-fotografie is omgeven met mythes, het zouden allemaal trucjes zijn, alles is fake en we werken met rare materialen. Tegelijkertijd komt ook vaak de vraag: ‘En eten jullie dan alles op?’ wat natuurlijk heel raar is als je denkt aan dat schoensmeer. Omdat het tijdsbeeld ook vraagt om een ‘homemade’ gevoel en de trend al heel lang ‘puur en eerlijk’ is, is eten dat gefotografeerd wordt ècht echt. Er is wel verschil met eten dat in een restaurant gekookt wordt, of thuis: het moet er door de camera goed uitzien. Als je aan tafel zit kijk je van boven op je bord. Door een camera kun je er ook ‘tegenaan’ kijken, of maar driekwart van je bord zien. Groene groente moet er lekker groen en fris uitzien, dus de sperzieboontjes worden misschien zo kort gekookt dat ze verre van gaar zijn, maar wel mooi groen blijven. Het eten moet gedurende de fotografie niet gaan uitlopen, smelten, stollen of verleppen. Dus je moet of: razendsnel werken (met ijs) of gewoon de verlepte blaadjes op het allerlaatst vervangen door verse exemplaren. Soms wordt er wel eens iets ingekwast met olie om het mooi te laten glanzen, maar echt gekke dingen worden er niet uitgehaald met het eten. En wordt het allemaal opgegeten? Nou nee, als we dat zouden doen waren we allemaal de hele dag aan het eten. Bovendien hebben er al verschillende mensen met hun handen aangezeten (dat sperzieboontje is al 3x verplaatst op het bord) en het eten is aan het einde van de dag lange tijd buiten de koeling geweest. Het is het leukste werk wat ik me kan voorstellen: het gaat altijd over bordjes eten en het speelt zich af op een paar vierkante decimeters en toch is het altijd weer nieuw.

 

Pin It on Pinterest